fiscaal advocaat brugge

Permanente fiscale regularisatie via Contactpunt-Regularisatie (CPR)

Toelichting

fiscale regularisatie

De fiscale regularisatie in België kent ondertussen een lange geschiedenis, zo ook de fiscale regularisatie bij het Contactpunt Regularisaties.

Van de EBA (eenmalig bevrijdende aangifte) in 2004, over de EBA-bis in 2006, tot de ‘allerlaatste’ fiscale amnestiemogelijkheid die per 31 december 2013 eindigde.

Vervolgens coördineerde de Minister van Financiën het beleid van de Bijzondere Belastinginspectie met een richtlijn van 29 januari 2015 omtrent de spontane fiscale regularisaties.

De Raad van State vernietigde deze richtlijn echter op 17 maart 2016.

In 2015 vatte de Regering Michel het plan op om opnieuw een permanent systeem van fiscale regularisatie in te voeren. Eén van de aanleidingen hiervoor was de verruimde internationale gegevensuitwisseling en het opheffen van het bankgeheim in bijvoorbeeld Luxemburg en Zwitserland. De regering wou belastingplichtigen de mogelijkheid geven om spontaan tot regularisatie over te gaan. Op 11 maart 2015 werd dan ook een wetsontwerp in deze zin ingediend. Hierin voorzag de regering dat de nieuwe mogelijkheid tot regulariseren al begin 2016 van start zou kunnen gaan.

Ook hier had de Raad van State een aantal fundamentele opmerkingen. De Raad was namelijk van oordeel dat dit ontwerp de bevoegheidsverdeling tussen Federale overheid en de Gewesten miskende. De regularisatie zou immers ook een impact hebben op gewestelijke belastingen of belastingen waarover de gewesten bevoegdheden hebben.

Uiteindelijk werd in maart 2016 een nieuw ontwerp ingediend, en op 21 juli 2016 goedgekeurd.

Deze nieuwe regeling is van kracht vanaf 1 augustus 2016, en loopt af op 31 december 2023.

Sedert 5 maart 2017 is het ook mogelijk om, voor de belastingen waarvoor de Vlaamse overheid bevoegd is, een regularsiate-aangifte in te dienen. Deze mogelijkheid liep af op 31 december 2020.

 

Voor wie?

fiscale regularisatie

Deze regularisatiemogelijkheid staat vooreerst open voor natuurlijke personen. Ook de aan de vennootschapsbelasting onderworpen rechtspersonen, de burgerlijke vennootschappen of de verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid en voor de buitenlandse entiteiten  die aan de Belgische Belasting van niet-inwoners (BNI) onderworpen zijn kunnen een aangifte indien.

Uit de voorbereidende werkzaamheden blijkt dat de fiscale amnestieregeling ook openstaat voor niet-aangegeven inkomsten van juridische constructies die aan de Kaaimantaks onderworpen zijn.

Voor wat?

fiscale regularisatie

Vooreerst voorziet de wet in een fiscaal luik.

De fiscale regularisatie is mogelijk voor alle belastingen waarvoor de Federale overheid bevoegd is, nl.:

Als gevolg van de bevoegdheidsverdeling tussen de Federale overheid en de regionale overheden geldt deze amnestie niet voor belastingen waarvoor de gewesten bevoegd zijn. Het betreft de regularisatie van successierechten en een groot aantal registratierechten (verkooprecht, hypotheekrecht, schenkingsrecht en verdeelrecht).

Dit kan voor problemen zorgen.

In véél dossiers is het te regulariseren probleem gemengd. Het gaat bijvoorbeeld om vermogens met kapitalen waarop geen successierechten betaald werden.

De Gewesten kunnen zelf, zoals Vlaanderen gedaan heeft, ook een regularisatieprocedure instellen, en er kunnen samenwerkingsakkoorden met de Federale overheid afgesloten worden.

De regularisatieprocedure omvat enerzijds de niet-verjaarde inkomsten, sommen, BTW-handelingen, en anderzijds de verjaarde kapitalen.

De niet-verjaarde inkomsten, sommen en BTW-handelingen, zijn deze die door de fiscus nog getaxeerd zouden kunnen worden, door toepassing van de aanslagtermijnen in geval van fraude. Voor inkomstenbelastingen en BTW bedraagt deze termijn bijvoorbeeld 7 jaar.

De verjaarde kapitalen daarentegen zijn de kapitalen die de fiscus, op het ogenblik van het indienen van de regularisatieaangifte, niet meer kan taxeren, omdat de bovenstaande aanslagtermijn verstreken is.

In de mate dat de aangever niet kan aantonen dat aangegeven inkomsten, sommen, BTW-handelingen of verjaarde kapitalen hun normale belastingregime hebben ondergaan, zal hierop de regularisatieheffing van toepassing zijn. Dit bewijs kan geleverd worden door alle bewijsmiddelen, waaronder ook vermoedens. Het getuigenbewijs is uitgesloten. De Minister van Financiën heeft bevestigd dat dit bewijs ook geleverd kan worden op basis van het beleggersprofiel en de historische evolutie van de effectenportefeuille.

Kan de aangever bijvoorbeeld niet aantonen dat zijn kapitaal op 31 december 2008 volledig belast werd, dan dient hij op het volledige kapitaal de regularisatieheffing te betalen.

Dit is een verregaande en zware omkering van de bewijslast. Dit gaat in tegen één van de basisbeginselen in het fiscaal recht, namelijk dat de fiscus moet bewijzen dat niet voldaan is aan de voorwaarden van de wet.

Een gevolg hiervan kan bijvoorbeeld zijn, dat als de oorsprong van het kapitaal een zelfstandig beroepsinkomen is dat behaald werd in de periode 1960-2000, de aangever zal moeten aantonen dat hierop inkomstenbelastingen en BTW betaald werd, vooraleer fiscale amnestie verleend kan worden. Bovendien zal aangetoond moeten worden dat alle roerende inkomsten die het kapitaal heeft opgebracht, aangegeven werden als roerend inkomen.

Daarnaast is ook een sociaal luik voorzien in het permanent systeem tot regularisatie.

Naast belastingen kunnen ook sociale zekerheidsbijdragen voor zelfstandigen geregulariseerd worden.

Net zoals onder de vorige regeling is nu ook de regularisatie in een aantal gevallen uitdrukkelijk uitgesloten:

Inkomsten die voortkomen uit terrorisme, wapenhandel, mensenhandel, namaak, oplichting, etc… komen niet voor regularisatie in aanmerking.

 

Kostprijs?

fiscale regularisatie

Fiscaal niet-verjaarde inkomsten

Fiscaal niet-verjaarde inkomsten die hun normale belastingregime nog niet ondergaan hebben worden belast tegen hun normale tarief dat voor het jaar 2020 wordt verhoogd met 25%.

Bij de berekening zal geen rekening gehouden worden met belastingvermindering, verrekening van voorheffingen, voorafbetalingen of woonstaatheffingen.

Dit heeft als gevolg als op bijvoorbeeld de interesten van een Luxemburgse spaarrekening woonstaatheffing ingehouden werd, deze woonstaatheffing niet verrekend kan worden. De aangever is op dit inkomen dan ook dubbel belast.

Voor BTW geldt eveneens een tariefverhoging van 25% voor het jaar 2020. Deze verhoging zal echter niet toegepast worden als de BTW samen het beroepsinkomen (waarop reeds een verhoging) toegepast werd.

Een combinatie van beide heffingen zou namelijk tot gevolg kunnen hebben dat het te regulariseren inkomen volledig wegbelast wordt.

Concreet kan de regularisatieheffing voor niet-verjaarde inkomsten in 2020 er als volgt uitzien:

  Inkomen Normaal tarief Verhoging Regularisatie-tarief Regularisatie-heffing
Interesten 100 € 30 % 25 % 55 % 55 €
Beroepsinkomen 100 € 50 % 25 % 75 % 75 €
BTW 100 € 21 % 25 % 46 % 46 €

 

Deze tariefverhoging werd na 2016 telkens met 1% opgetrokken:

Jaar Tarief
2017 22 %
2018 23 %
2019 24 %
2020-… 25 %

Fiscaal verjaarde inkomsten

Voor de verjaarde kapitalen bestaat de regularisatieheffing uit een percentage op het kapitaal. Dit tarief stijgt ieder jaar met 1% tot 2020:

Jaar Tarief
2016 36 %
2017 37 %
2018 38 %
2019 39 %
2020-… 40 %

[/toggle]

Hoe?

Hoe?

fiscale regularisatie

Aangifte

Een regularisatieaangifte moet ingediend worden bij het Contactpunt Regularisaties.

De aangifte moet per post of “per drager” worden ingediend. Een elektronische aangifte via e-mail is niet mogelijk.

De bijhorende stukken moeten samen met de aangifte ingediend worden. Deze kunnen ook tot uiterlijk 6 maanden na de aangifte ingediend worden.

Bij de aangifte moet een ‘bondige verklaring omtrent het fraudeschema’ worden toegevoegd. Daarnaast is ook een ‘bondige verklaring omtrent de omvang en de oorsprong’ van de geregulariseerde gelden nodig. Hierin moet vooreerst de omvang en de oorsprong van de geregulariseerde gelden weergegeven worden. Ook de periode waarin de gelden bekomen werden en de rekeningen die hiervoor gebruikt werden moeten voorkomen in deze verklaring.

Betaling

De betaling van de regularisatieheffing moet gebeuren binnen de 15 kalenderdagen na de betalingsuitnodiging.

Deze betaling moet “definitief en zonder enig voorbehoud” gebeuren.

Het Grondwettelijk Hof oordeelde eerder al dat een dergelijke voorbehoudsloze betaling discriminatoir was (Grondwettelijk Hof 19 september 2014). Het ontneemt de aangever namelijk het recht om een betwisting met het Contactpunt Regularisaties aan het gerecht voor te leggen.

Volgens de Minister van Financiën valt dit probleem te verhelpen door de betaling van de heffing uit te stellen. De aangever zou namelijk nadat de aangifte ingediend werd, en vóór de betaling, zijn geschil kunnen voorleggen aan de Rechtbank. De betalingstermijn van 15 dagen zou geen bindende termijn zijn.

Het nadeel van deze ‘creatieve’ oplossing is natuurlijk dat de amnestie nog geen uitwerking kan hebben, en dit zolang er niet definitief betaald wordt. Of deze nieuwe regeling de toets van het Grondwettelijk Hof kan doorstaan is dan ook nog maar de vraag.

Als de heffing betaald werd, wordt door het Contactpunt Regularisaties een regularisatieattest uitgereikt.

Dit attest wordt samen met de ‘bondige verklaring’ (zonder het fraudeschema) overgemaakt aan de Witwascel.

Dit attest wordt niet meegedeeld aan de andere diensten van de FOD Financiën, zoals bijvoorbeeld de lokale controle.

Regularisatie bij lokale controle?

Kan een spontane regularisatieaangifte nog gebeuren bij de een lokale controledienst of bij de Bijzonder Belastinginspectie?
Neen, om een gelijke behandeling tussen belastingplichtigen te garanderen is dit niet langer mogelijk. Vanaf de inwerkingtreding van de Wet van 21 juli 2016 zich moeten wenden tot het Contactpunt Regularisatie.

 

Gevolgen?

fiscale regularisatie

Als gevolg van de fiscale regularisatie verkrijgt de aangever vooreerst fiscale immuniteit.

Voor de aangegeven inkomsten is door de Federale overheid geen taxatie meer mogelijk. Er kunnen dus ook geen belastingverhogingen, boetes en nalatigheidsintresten opgelegd worden.

De fiscale regularisatie kan ook niet aangewend worden als aanleiding voor een fiscale controle.

Daarnaast wordt als gevolg van de aangifte ook strafrechtelijke immuniteit verleend.

Er zal dan ook geen strafvervolging meer mogelijk zijn voor fiscale misdrijven en het witwasmisdrijf op basis van fiscale misdrijven.