Permanente fiscale regularisatie via Contactpunt-Regularisatie (CPR)
Toelichting
België kende de afgelopen twee decennia verschillende regelingen inzake fiscale regularisatie. De eerste regeling, de EBA (eenmalig bevrijdende aangifte) werd ingevoerd in 2004 en bood belastingplichtigen een tijdelijke mogelijkheid om niet‑aangegeven kapitalen te regulariseren tegen betaling van een regularisatieheffing. Nadien volgden nog diverse stelsels: EBA‑bis (2006), EBA‑ter (2013) en uiteindelijk EBA‑quater (2016).
Het stelsel van EBA‑quater voorzag in een permanente regeling, die door de wetgever met ingang van 1 januari 2024 werd afgeschaft. In dezelfde periode bood ook het Vlaamse Gewest de mogelijkheid tot een regionale regularisatie, waarmee bepaalde Vlaamse belastingen konden worden geregulariseerd. Dit Vlaams stelsel liep evenwel parallel met de federale regeling en werd na verloop van tijd niet meer verlengd.
Met de Programmawet van 18 juli 2025 komt er opnieuw een permanent wettelijk kader voor fiscale regularisatie, maar onder aanzienlijk strengere voorwaarden en hogere heffingen. Deze regeling laat natuurlijke personen en rechtspersonen toe om niet‑aangegeven inkomsten, sommen, btw‑handelingen en fiscaal verjaarde kapitalen te melden bij het Contactpunt‑Regularisaties (CPR) binnen de FOD Financiën. Na definitieve betaling van de verschuldigde heffing levert het Contactpunt een regularisatieattest af.
Voor wie?
Deze regularisatiemogelijkheid staat vooreerst open voor natuurlijke personen. Ook de aan de vennootschapsbelasting onderworpen rechtspersonen, de burgerlijke vennootschappen of de verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid en voor de buitenlandse entiteiten die aan de Belgische Belasting van niet-inwoners (BNI) onderworpen zijn kunnen een aangifte indien.
De fiscale amnestieregeling ook openstaat voor niet-aangegeven inkomsten van juridische constructies die aan de Kaaimantaks onderworpen zijn.
Voor wat?
Vooreerst voorziet de wet in een fiscaal luik.
De fiscale regularisatie is mogelijk voor alle belastingen waarvoor de Federale overheid bevoegd is, nl.:
- De inkomstenbelastingen (personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting en belasting niet-inwoners). (in de wet valt dit onder categorie ‘geregulariseerde inkomsten’)
- BTW. (valt eveneens onder te categorie ‘geregulariseerde inkomsten’)
- De Federale registratie-, hypotheek- en griffierechten. (‘geregulariseerde sommen’)
- De belastingen uit het ‘Wetboek diverse rechten en taksen’ (bv. taks op beursverrichtingen). (‘geregulariseerde sommen’)
Als gevolg van de bevoegdheidsverdeling tussen de Federale overheid en de regionale overheden geldt deze amnestie niet voor belastingen waarvoor de gewesten bevoegd zijn. Het betreft de regularisatie van successierechten en een groot aantal registratierechten (verkooprecht, hypotheekrecht, schenkingsrecht en verdeelrecht) die onder gewestelijke bevoegdheid vallen.
Dit kan voor problemen zorgen.
In véél dossiers is het te regulariseren probleem gemengd. Het gaat bijvoorbeeld om vermogens met kapitalen waarop geen successierechten betaald werden.
De Gewesten kunnen zelf, zoals Vlaanderen in het verleden gedaan heeft, ook een regularisatieprocedure instellen.
De regularisatieprocedure omvat enerzijds de niet-verjaarde inkomsten, sommen, BTW-handelingen, en anderzijds de verjaarde kapitalen.
De niet-verjaarde inkomsten, sommen en BTW-handelingen, zijn deze die door de fiscus nog getaxeerd zouden kunnen worden, door toepassing van de aanslagtermijnen in geval van fraude. Voor inkomstenbelastingen en BTW bedraagt deze termijn bijvoorbeeld 7 jaar.
De verjaarde kapitalen daarentegen zijn de kapitalen die voortkomen uit vroegere niet‑aangegeven inkomsten, maar waarvoor de fiscus door verjaring geen bijkomende belastingen meer kan heffen. Denk hierbij aan gelden op buitenlandse rekeningen, in levensverzekeringen of ingebracht in juridische constructies. Hoewel de fiscale verjaring is ingetreden, kan men deze kapitalen toch regulariseren via betaling van de afzonderlijke heffing.
Bewijslast
In de mate dat de aangever niet kan aantonen dat aangegeven inkomsten, sommen, BTW-handelingen of verjaarde kapitalen hun normale belastingregime hebben ondergaan, zal hierop de regularisatieheffing van toepassing zijn. Dit bewijs kan geleverd worden door alle bewijsmiddelen, waaronder ook vermoedens. Het getuigenbewijs is uitgesloten. De Minister van Financiën heeft in het verleden bevestigd dat dit bewijs ook geleverd kan worden op basis van het beleggersprofiel en de historische evolutie van de effectenportefeuille.
Kan de aangever bijvoorbeeld niet aantonen dat zijn kapitaal op 31 december 2017 volledig belast werd, dan dient hij op het volledige kapitaal de regularisatieheffing te betalen.
Dit is een verregaande en zware omkering van de bewijslast. Dit gaat in tegen één van de basisbeginselen in het fiscaal recht, namelijk dat de fiscus moet bewijzen dat niet voldaan is aan de voorwaarden van de wet.
Een gevolg hiervan kan bijvoorbeeld zijn, dat als de oorsprong van het kapitaal een zelfstandig beroepsinkomen is dat behaald werd in de periode 1960-2000, de aangever zal moeten aantonen dat hierop inkomstenbelastingen en BTW betaald werd, vooraleer fiscale amnestie verleend kan worden. Bovendien zal aangetoond moeten worden dat alle roerende inkomsten die het kapitaal heeft opgebracht, aangegeven werden als roerend inkomen.
Daarnaast is ook een sociaal luik voorzien in het permanent systeem tot regularisatie.
Naast belastingen kunnen ook sociale zekerheidsbijdragen voor zelfstandigen geregulariseerd worden. Dat is van belang in situaties waarin niet‑aangegeven inkomsten niet alleen een fiscale impact hadden, maar eveneens aanleiding gaven tot achterstallige bijdragen aan de sociale zekerheid. Op die manier kunnen zowel het fiscale als het sociale luik samen worden afgewikkeld.
Net zoals onder de vorige regeling is nu ook de regularisatie in een aantal gevallen uitdrukkelijk uitgesloten:
- Dit is vooreerst het geval voor gelden die afkomstig zijn van een witwasmisdrijf (uitzondering indien onderliggend misdrijf ernstige fiscale fraude, misbruik van vennootschapsgoederen of misbruik van vertrouwen is).
Inkomsten die voortkomen uit terrorisme, wapenhandel, mensenhandel, namaak, oplichting, etc… komen niet voor regularisatie in aanmerking.
- Wanneer de aangever vóór het indienen van de regularisatieaangifte schriftelijk in kennis gesteld werd van een lopend onderzoek. Het betreft onderzoeken van het gerecht, de fiscus, een sociale zekerheidsinstelling, de sociale inspectie of de FOD economie.
- Indien door de aangever reeds een regularisatie-aangifte werd ingediend sinds de inwerkingtreding van deze regelgeving. Belangrijk is dan ook dat aangiftes die onder de oude regelingen werden ingediend, niet beletten dat er nu opnieuw een aangifte ingediend kan worden.
Kostprijs?
Fiscaal niet-verjaarde inkomsten
Fiscaal niet-verjaarde inkomsten die hun normale belastingregime nog niet ondergaan hebben worden belast tegen hun normale tarief dat vwordt verhoogd met 30%.
Voor BTW geldt eveneens een tariefverhoging van 30%. Deze verhoging zal echter niet toegepast worden als de BTW samen met het beroepsinkomen (waarop reeds een verhoging) wordt geregulariseerd.
Een combinatie van beide heffingen zou namelijk tot gevolg kunnen hebben dat het te regulariseren inkomen volledig wordt wegbelast.
Concreet kan de regularisatieheffing voor niet-verjaarde inkomsten in 2025 er als volgt uitzien:
Inkomen | Normaal tarief | Verhoging | Regularisatie-tarief | Regularisatie-heffing | |
Interesten | 100 € | 30 % | 30 % | 60 % | 60 € |
Beroepsinkomen | 100 € | 50 % | 30 % | 80 % | 80 € |
BTW | 100 € | 21 % | 30 % | 51 % | 51 € |
Fiscaal verjaarde inkomsten
Voor de verjaarde kapitalen bestaat de regularisatieheffing uit een percentage op het kapitaal.
Dit tarief bedraagt 45% van het te regulariseren kapitaal.
[/toggle]
Hoe?
Aangifte
Een regularisatieaangifte moet ingediend worden bij het Contactpunt Regularisaties.
De bijhorende stukken moeten samen met de aangifte ingediend worden. Deze kunnen ook tot uiterlijk 6 maanden na de aangifte ingediend worden.
Bij de aangifte moet een ‘bondige verklaring omtrent het fraudeschema’ worden toegevoegd. Daarnaast is ook een ‘bondige verklaring omtrent de omvang en de oorsprong’ van de geregulariseerde gelden nodig. Hierin moet vooreerst de omvang en de oorsprong van de geregulariseerde gelden weergegeven worden. Ook de periode waarin de gelden bekomen werden en de rekeningen die hiervoor gebruikt werden moeten voorkomen in deze verklaring.
Betaling
De betaling van de regularisatieheffing moet gebeuren binnen de 15 kalenderdagen na de betalingsuitnodiging.
Deze betaling moet “definitief en zonder enig voorbehoud” gebeuren.
Het Grondwettelijk Hof oordeelde eerder al dat een dergelijke voorbehoudsloze betaling discriminatoir was (Grondwettelijk Hof 19 september 2014). Het ontneemt de aangever namelijk het recht om een betwisting met het Contactpunt Regularisaties aan het gerecht voor te leggen.
Volgens de Minister van Financiën stelde eerder al dat dit probleem te verhelpen door de betaling van de heffing uit te stellen. De aangever zou namelijk nadat de aangifte ingediend werd, en vóór de betaling, zijn geschil kunnen voorleggen aan de Rechtbank. De betalingstermijn van 15 dagen zou geen bindende termijn zijn.
Het nadeel van deze ‘creatieve’ oplossing is natuurlijk dat de amnestie nog geen uitwerking kan hebben, en dit zolang er niet definitief betaald wordt. Of deze nieuwe regeling de toets van het Grondwettelijk Hof kan doorstaan is dan ook nog maar de vraag.
Als de heffing betaald werd, wordt door het Contactpunt Regularisaties een regularisatieattest uitgereikt.
Dit attest wordt samen met de ‘bondige verklaring’ (zonder het fraudeschema) overgemaakt aan de Witwascel.
Dit attest wordt niet meegedeeld aan de andere diensten van de FOD Financiën, zoals bijvoorbeeld de lokale controle.
Gevolgen?
Als gevolg van de fiscale regularisatie verkrijgt de aangever vooreerst fiscale immuniteit.
Voor de aangegeven inkomsten is door de Federale overheid geen taxatie meer mogelijk. Er kunnen dus ook geen belastingverhogingen, boetes en nalatigheidsintresten opgelegd worden.
De fiscale regularisatie kan ook niet aangewend worden als aanleiding voor een fiscale controle.
Daarnaast wordt als gevolg van de aangifte ook strafrechtelijke immuniteit verleend.
Er zal dan ook geen strafvervolging meer mogelijk zijn voor fiscale misdrijven en het witwasmisdrijf op basis van fiscale misdrijven.