Bezwaar tegen een aanslag van de inkomstenbelastingen
Algemeen
Een aanslag in het kader van de inkomstenbelastingen kan steeds betwist worden. We beschrijven de gehele procedure van een bezwaar tegen een aanslag van de inkomstenbelastingen.
Tegen deze aanslag van inkomstenbelastingen kan vooreerst bezwaar aangetekend worden bij de administratie zelf, met name bij de Adviseur-Generaal.
Levert deze bezwaarprocedure niet het gewenste resultaat op, kan een Bezwaar tegen een aanslag van de inkomstenbelastingen ook steeds aan de fiscale bemiddelingsdienst, of aan de Rechtbank voorgelegd worden.
Wie kan bezwaar indienen?
Niet enkel de belastingplichtige zelf kan een bezwaar tegen een aanslag van de inkomstenbelastingen indienen, maar ook desgevallend de echtgenoot van de belastingplichtige. Deze laatste kan hier belang bij hebben omdat hij/zij samen belast wordt, of ook omdat deze aangesproken wordt voor de fiscale schuld van zijn/haar partner. Voor rechtspersonen moet het bezwaar ondertekend worden door de persoon of personen die statutair gerechtigd zijn de vennootschap in rechte te vertegenwoordigen.
Uiteraard kan het bezwaar ook worden ingediend door een derde, zoals een boekhouder, die in geval van betwisting een bewijs van volmacht zal moeten leveren.
Voorwerp van het bezwaar tegen een aanslag van de inkomstenbelastingen
Bezwaar wordt aangetekend tegen de aanslag zelf.
Wijze van bezwaar
Een bezwaarschrift moet schriftelijk ingediend worden. Dit houdt een bezwaarschrift per brief, per fax, en zelfs per mail ingediend kan worden. Een gewone brief volstaat bijgevolg, maar omwille van bewijsredenen is een aangetekende verzending aangeraden.
Doordat een bezwaarschrift ook per fax of per e-mail ingediend kan worden, is een originele handtekening niet vereist. Indien de handtekening ontbreekt of indien niet duidelijk is of het bezwaarschrift wel ondertekend werd door de bezwaarindiener, kan naderhand nog nagegaan worden of het bezwaarschrift effectief van de bezwaarindiener uitgaat.
Een zelfde redenering wordt gevolgd voor bezwaarschriften ingediend door gevolmachtigden (bv. boekhouder). In principe moet de volmacht steeds bij het bezwaarschrift gevoegd worden. Ontbreekt de volmacht, kan de administratie naderhand vragen om deze voor te leggen.
Het bezwaarschrift moet gemotiveerd zijn. Dit wil zeggen dat in het bezwaarschrift vermeld moet worden tegen welke aanslag bezwaar aangetekend wordt, en waarom deze aanslag betwist wordt.
Zolang geen beslissing is genomen, mag het bezwaarschrift aangevuld moet nieuwe, schriftelijk geformuleerde bezwaren, zelfs indien dit buiten de bezwaartermijn gebeurt. Dit gebeurt door het indienen van een nieuw aanvullend bezwaarschrift.
Bezwaartermijn
Een bezwaarschrift indienen uiterlijk binnen de 1 jaar vanaf de ontvangst aangetekend worden.
Een bezwaarschrift tegen een aanslag in het kader van de onroerende voorheffing (en andere Vlaamse belastingen) moet binnen de 3 maanden ingediend worden.
Deze bezwaartermijn neemt een aanvang:
- Ofwel vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending zoals deze op het aanslagbiljet vermeld staat;
- Ofwel, indien de bezwaarindiener kan aantonen dat hij pas later kennis heeft kunnen nemen van het aanslagbiljet, op datum van deze kennisname;
- Ofwel, in geval inning van de belastingen op een andere wijze dan per kohier (bv. contantbelastingen) op datum van inning.
Indien het bezwaarschrift per aangetekend schrijven verzonden wordt, geldt de datum van de poststempel op het verzendingsbewijs als datum van de indiening. In dit geval kan het bezwaarschrift dus op de laatste dag verzonden worden worden. Hetzelfde geldt uiteraard voor bezwaarschriften die per fax en per email verzonden werden.
Plaats van indiening van een bezwaar
Een bezwaar tegen de aanslag van een inkomstenbelasting moet in principe steeds gericht worden aan de Adviseur-Generaal van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen. Je vindt het adres op je aanslagbiljet.
Indien een bezwaarschrift verzonden wordt aan een aan een andere ambtenaar van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen, blijft het bewaarschrift geldig ingediend vanaf de datum van ontvangst door die ambtenaar. Deze laatste moet het bezwaarschrift doorsturen naar de bevoegde dienst.
Indien het bezwaarschrift niet aan een Adviseur-Generaal, maar wel aan ontvangkantoor verzonden wordt, maakt dit ook een geldig bezwaarschrift uit. Immers, bezwaarschriften die vanaf 21 augustus 2016 verstuurd worden aan ‘een ambtenaar van de administratie belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen’ (de ontvanger) worden voortaan beschouwd als rechtsgeldig ingediend, met dien verstande dat deze dienst het bezwaarschrift dient door te sturen naar de Gewestelijke Directie.
Inzage in dossier en hoorrecht
Iedere bezwaarindiener heeft het recht om, op grond van de wet betreffende de openbaarheid van bestuur, de stukken van het fiscaal dossier in te zien, af daar een afschrift van te bekomen. Naast stukken die van de aangifte, bevat dit dossier ook stukken afkomstig van derden of die de administratie naar aanleiding van de inzage van een strafdossier heeft bekomen.
Een bezwaarindiener heeft bovendien ook het recht om gehoord te worden. Dit moet uitdrukkelijk in het bezwaarschrift gevraagd worden. Vervolgens zal de bezwaarindiener, binnen een termijn van 30 dagen uitgenodigd worden voor een hoorzitting.
Beslissing Adviseur-Generaal
De Adviseur-Generaal of de door hem gedelegeerde ambtenaar moet een gemotiveerde uitspraak moeten doen omtrent de aangevoerde bezwaren. De kennisgeving van de beslissing gebeurt bij ter post aangetekende brief. Deze beslissing wordt onherroepelijk wanneer hiertegen geen vordering is ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg binnen 3 maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing. De beslissing moet trouwens de beroepsmogelijkheden vermelden, bij gebreke waarvan de beroepstermijn geen aanvang zal nemen.
Gevolgen van een indiening van een bezwaar
Moet de belasting waartegen bezwaar werd aangetekend betaald worden? In eerste instantie moet enkel het bedrag betaald worden dat:
- Overeenstemt met hetgeen aangegeven werd;
- Of indien de aanslag ambtshalve gevestigd werd bij niet-aangifte, het bedrag dat overeenstemt met de vorige aanslag.
Voor het overige kan dan ook niet de betaling van de betwiste belasting geƫist worden.
De ambtenaar die het bezwaar tegen een aanslag van de inkomstenbelastingen behandelt, zal het onmiddellijk verschuldigde bedrag berekenen en het zo snel mogelijk meedelen. Als het bedrag dat als onmiddellijk verschuldigd wordt beschouwd, niet betaald wordt, dan kan de ontvanger een gerechtelijke vervolging instellen. Als de bezwaarindiener niet akkoord gaat met het onmiddellijk verschuldigde gedeelte, dan kan deze een vordering instellen voor de rechtbank van eerste aanleg ofwel kan de Adviseur-Generaal om de schorsing van de betaling gevraagd worden of om een ander onmiddellijk te betalen bedrag te bepalen.