De procedure voor de Beslagrechter
Indien de belastingplichtige/-schuldige de inkomstenbelastingen niet betaalt binnen de wettelijke termijn, zal de Ontvanger een dwangbevel betekenen. Dit dwangbevel roept op om de integrale schuld te betalen binnen de 24 uren op straffe van tenuitvoerlegging via beslag. Dit beslag kan uiteindelijk voorgelegd worden aan de Beslagrechter.
Indien geen gevolg gegeven wordt aan dit dwangbevel, kan de ontvanger overgaan tot het leggen van beslag (uitvoerend beslag op roerend goed, onroerend goed en beslag op zeeschepen en binnenschepen). Voor het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag (bijvoorbeeld bij een bank) is geen voorafgaandelijke betekening van een betalingsbevel nodig aan de belastingplichtige/-schuldige. Bovendien zal deze bij dit vereenvoudigd beslag verzet moeten aantekenen bij de bevoegde Ontvanger zelf, in plaats van de Ontvanger te dagvaarden voor de Beslagrechter.
Het is tegen dit beslag dat de belastingplichtige/-schuldige verzet kan aantekenen bij de Beslagrechter. Deze Beslagrechter is namelijk bevoegd voor geschillen die betrekking hebben op de invordering en uitvoering van belastingschulden. De Beslagrechter oordeelt over de wettigheid van het beslag en de regelmatigheid ervan. Hij mag echter geen oordeel vellen over de grond van de zaak, zoals bijvoorbeeld over de hoogte van de aanslag.