fiscaal advocaat brugge

Fiscaal Advocaat in Brugge

De gemeentelijke belasting op onbebouwde percelen

In 2009 trad het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid in werking. Eén van de doelstellingen was om slapende gronden te activeren. Om deze doelstelling te bereiken, kregen de gemeenten de mogelijkheid om een activeringsheffing in te voeren. Daar moeten ze rekening houden met enerzijds een aantal aanvullende bepalingen, maar anderzijds ook met dwingende bepalingen, zoals een minimumheffing.

Voorwaarden

De activeringsheffing kan worden gevestigd op onbebouwde bouwgronden in woongebied en op onbebouwde kavels (art 3.2.5., §1 DGP). Deze bepaling is van dwingend recht en is dus in iedere gemeente gelijk.

Onbebouwd

Onbebouwd betekent dat er op het perceel geen gebouw aanwezig is. Wanneer er een huis of gebouw opstaat (waaronder ook bijhorende infrastructuur) is het perceel niet langer onbebouwd. Onder bijhorende infrastructuur kan men verstaan opslagplaatsen, parkings en stapelruimtes.

Kavels die niet voor woningbouw in aanmerking komen, worden niet opgenomen in het register van onbebouwde percelen en kunnen dus niet onderworpen worden aan de activeringsheffing. Het moet met andere woorden gaan over ‘nuttige’ percelen waarop gebouwd kan worden.

Wat met een onbebouwde kavel die een geheel uitmaakt met de bebouwde kavel ernaast? Stel dat op de ene kavel een gezinswoning staat en op de andere kavel een tuin. In principe kan men stellen dat de kavel met enkel de tuin onbebouwd is. De tuin belet niet dat de kavel nog bebouwd kan worden. Men kan argumenteren dat er sprake is van een ruimtelijk ononderbroken geheel. Dit wordt in de parlementaire voorbereiding van het DGP gedefinieerd. Er is sprake van een ruimtelijk ononderbroken geheel als de begrenzing van de huiskavel plaatsvindt op basis van een duidelijk herkenbaar specifiek gebruik of op basis van een in het landschap duidelijk herkenbaar element. Een andere (kostelijkere) manier om discussie te voorkomen is een samenvoeging van de kavels aanvragen aan de bevoegde overheid.

 

belasting op onbebouwde percelen

 

Woongebied

Een woongebied is het gebied dat door een ruimtelijk uitvoeringsplan geordend wordt onder de categorie ‘wonen’ of geordend wordt door een plan van aanleg en daarin aangewezen wordt als een woongebied.

Kavel

Onder een kavel wordt verstaan, het perceel dat deel uitmaakt van een niet vervallen verkavelingsvergunning. De heffing is verschuldigd als er een verkavelingsvergunning werd afgeleverd, ook al maakt de eigenaar geen gebruik van die vergunning.

Doel

Het doel van de bepaling is om steden en gemeenten de mogelijkheid te geven om de slapende gronden op hun grondgebied te activeren. Dit zijn gronden die doelloos blijven liggen. De steden en gemeenten kunnen aan de hand van die heffing potentiële woonlocaties vrijmaken en grondspeculatie tegengaan. In het decreet zijn volgende minima bepaald, die geïndexeerd moeten worden volgens ABEX-index (art 3.2.5., §1, 1° – 3° DGP):

  • Heffing per strekkende meter: 12,50 EUR per strekkende meter
  • Heffing per vierkante meter: 0,25 EUR per vierkante meter
  • In elk geval minimum 125 EUR per bouwgrond of kavel

Besluit

De gemeenten kunnen voor hun grondgebied een activeringsheffing invoeren, die moet beantwoorden aan de minima bepaald in het Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid. De activeringsheffing kan enkel gevestigd worden op onbebouwde bouwgronden in woongebied en onbebouwde kavels. Voor de overige regelen dient men het gemeente per gemeente.

Auteurs: Alexander Delafonteyne & Elodie Blancke

 

Share
Tags: ,