Het hof van beroep te Gent oordeelde onlangs dat de formule die gebruikt wordt voor de waardering van het voordeel van de terbeschikkingstelling van een woning in strijd is met het grondwettelijk gewaarborgde gelijkheidsbeginsel.
Voordelen van alle aard
Rechtsonzekerheid bij de komende belastingaangifte dreigt nu voor heel wat Belgen. Het komt regelmatig voor. Een werkgever stelt aan zijn werknemer of bedrijfsleider een laptop, voertuig of woning kosteloos ter beschikking. Deze voordelen worden voordelen van alle aard (VAA) genoemd en worden aanzien als een vorm van beroepsinkomen. De genieter van het voordeel zal er bijgevolg belasting op moeten betalen via zijn personenbelasting. In beginsel zal hij dit voordeel voor zijn werkelijke waarde (inclusief btw) moeten aangeven. Namelijk; het bedrag dat de genieter in normale omstandigheden zou moeten betalen om het voordeel te verkrijgen.
Forfaitaire bepaling
In bepaalde gevallen wordt de waarde van dit voordeel echter forfaitair bepaald. Dit ongeacht of u als genieter de werkelijke waarde kan aantonen. Dit is het geval wanneer een werknemer of bedrijfsleider gratis een (deel van een) woning ter beschikking krijgt. Dit voordeel van alle aard wordt berekend a.d.h.v. een formule gebaseerd op het kadastraal inkomen van de woning.
Schending gelijkheidsbeginsel
De formule werd aangepast bij koninklijk besluit onder de regering-Di Rupo. Echter, omtrent deze formule velde het Gentse hof van beroep nu een belangrijk arrest.
Op basis van de formule varieert de waarde van het voordeel naargelang de werkgever een natuurlijk persoon (éénmanszaak) of een rechtspersoon (vennootschap) is. Door de zonet genoemde aanpassing verschillen de twee bekomen waardes steeds meer. Indien de belastingplichtige de woning ter beschikking gesteld krijgt van een werkgever-vennootschap, zal de waarde van het voordeel bijna dubbel zo hoog zijn dan wanneer de verstrekker een werkgever-eenmanszaak is. Logischerwijs zal dit grote gevolgen hebben voor de te betalen belasting. Het hof van beroep te Gent heeft nu geoordeeld dat dit verschil in berekening in strijd is met het grondwettelijk gewaarborgde gelijkheidsbeginsel. Dit aangezien de waarde voor de genieter hetzelfde blijft, ongeacht wie het voordeel verstrekt.
Gevolgen
Wat zijn nu de concrete gevolgen van dit arrest voor de vele Belgen die zo’n woning als voordeel kregen van hun werkgever en dit dus binnenkort moeten aangeven? Onzekerheid troef. Het lijkt dat er twee wegen gevolgd kunnen worden. Enerzijds is het KB niet volledig verworpen door het arrest van het hof van beroep. Dit houdt in dat de formule voor de berekening van het voordeel, indien de verstrekker een natuurlijke persoon is, blijft bestaan. En dat deze dus nog zou kunnen worden toegepast. Het risico hierbij is wel dat de fiscus vervolgens een bericht van wijziging zal sturen en je zo terecht komt in een langdurende administratieve procedureslag. Een andere optie is om nog steeds gebruik te maken van de ‘discriminatoire’ formule voor de rechtspersoon en vervolgens bezwaar aan te tekenen tegen de aanslag.
Het is aan te bevelen dat de wetgever snel een einde maakt aan deze onzekerheid. Dit door middel van een heldere reparatie van de formule.
Tags: forfaitaire bepaling, gelijkheidsbeginsel, vennootschap, voordeel alle aard woning