Het Hof van Cassatie sprak zich met het arrest van 19 november 2019 over de al dan niet verplichte regularisatie van verjaarde kapitalen. Volgens het Hof houdt de programmawet van 27 december 2005 (EBA-bis-regeling) voor de aangever geen verplichting in om alle niet-aangegeven roerende inkomsten te vermelden in de regularisatieaangifte. De niet-regularisatie van fiscaal verjaarde kapitalen onder de EBA-bis-regeling vormt an sich dus geen reden voor een strafrechtelijke vervolging.
Hof van Beroep
In casu betrof het een in 2013 ingediende regularisatieaangifte. Hierin werd door de beklaagde geen melding gemaakt van fiscaal verjaarde inkomsten op een buitenlandse rekening. De belastingplichtige werd vervolgd voor het hof van beroep te Gent. Het openbaar ministerie was van oordeel dat de regularisatieaangifte vals was. Reden hiervoor was dat er “inkomsten met bedrieglijk opzet werden verzwegen”.
Het hof van beroep volgde het parket-generaal hierin echter niet. Op basis van de destijds geldende EBA-bis-regeling oordeelde het hof dat het de aangever vrij staat te beslissen of verjaarde inkomsten al dan niet opgenomen werden in de regularisatieaangifte. De regularisatieaangifte onder de EBA-bis-regeling is bijgevolg geen wettelijk beschermd geschrift dat zich aan het publiek vertrouwen opdringt. Van valsheid in geschrift kan dan ook geen sprake zijn.
Het Hof wees ook nog op het feit dat het onder de EBA-bis-regeling überhaupt niet mogelijk was om fiscaal verjaard kapitaal aan te geven.
Hof van Cassatie
Het Hof van Cassatie volgde het hof van beroep. Het verwees met haar helder en bondig arrest van 19 november 2019 de stelling van het openbaar ministerie naar het rijk der fabelen. Het is onder de EBA-bis-regeling dus zeker niet zo dat een fiscale regularisatie alle (al dan niet verjaarde!) inkomsten moet bevatten.
Het Hof oordeelde als volgt: “De regularisatieaangifte onder de EBA-bis-regeling laat de aangever toe te kiezen welke waarden en inkomsten hij voor welke jaren wenst op te geven met het oog op de regularisatie. Evenmin verplichten die bepalingen de aangever om opgave te doen van alle buitenlandse rekeningen”.
Hierbij moet wel benadrukt worden dat het Hof zich ter zake enkel heeft uitgesproken over de (afwezigheid van) strafrechtelijke gevolgen verbonden aan de partiële regularisatie.
Regularisatie van fiscaal verjaarde kapitalen: de EBA-quater-regeling
Op 15 juli 2013 werd de EBA-bis-regeling door de EBA-ter-regeling vervangen. Uiteindelijk moest deze ook plaatsmaken voor de huidige wet van 21 juli 2016. De nieuwe wet zorgde voor wat onenigheid in het rechtslandschap. Waar de minister van Financiën en het Contactpunt Regularisaties een volledige aangifte (i.e. van alle inkomsten waarvan niet bewezen kan worden dat ze reeds belast werden) verplicht achten, houden een aantal auteurs er een afwijkende mening op na.
Sommige auteurs zijn van mening dat het feit dat de artikelen van de EBA-quater-regeling die de bewijsregels bepalen, geïnterpreteerd moeten worden in de context van de gehanteerde definitie van “fiscaal verjaard kapitaal” en de door de wet opgelegde beperkingen. Op die manier zou men tot de vaststelling kunnen komen dat een vermogen waarvan de onderliggende fiscale fraude niet kan worden bewezen, niet kwalificeert voor de definitie van fiscaal verjaard kapitaal, en bijgevolg niet in aanmerking komt voor fiscale regularisatie.
Auteurs: Alexander Delafonteyne en Floor Dhondt
Tags: fiscale fraude, fiscale regularisatie