De fiscus schrijft verschillende termijnen voor waarbinnen het indienen van de aangifte in de inkomstenbelasting en specifieker, de personenbelasting dient te gebeuren. De termijnen van de inkomstenbelasting hangen af van hoe de aangifte ingediend moet worden en wie de aangifte indient. Wanneer is een aangifte nu te laat ingediend en wat zijn de gevolgen hiervan?
Vanaf wanneer moet de aangifte van de inkomstenbelasting ingediend worden?
In het kader van de inkomstenbelastingen (w.o. personenbelasting) hoort in principe elk jaar een aangifte ingediend te worden. De aangifte moet elk jaar opnieuw overhandigd worden, en heeft betrekking op de inkomsten behaald in het kalenderjaar voorafgaand aan het aangiftejaar.
Het indienen van de in inkomstenbelasting (w.o. personenbelasting) kan:
- Elektronisch
- Op papier
- Of via derde (bijvoorbeeld. Een boekhouder)
Het gevolg van deze mogelijkheden, is dat de fiscus verschillende termijnen vooropstelt waarbinnen de aangifte ingediend moet worden.
- In principe bedraagt de termijn om de aangifte in te dienen steeds minstens 1 maandvanaf de verzending van het aangifteformulier.
- Behoudens verlenging door de Minister is de datum van inlevering van de papieren aangifte, 30 junivan het aanslagjaar.
- Voor gebruikers vantax-on-web en belastingplichtige die beroep doen op een boekhouder beschikken meestal over een langere termijn.
- Zo zal de aangifte via tax-on-web ten laatste op 15 juli 2016 ingediend worden
- En moet de aangifte via tax-on-web door een derde (bv. een boekhouder)uiterlijk op 27 oktober 2016 ingediend worden.
- De indiening gebeurt op het moment van ontvangst door de bevoegde dienst en niet op het tijdstip van verzending.
- Een aangifte is te laat als de administratie deze buiten de aangiftetermijn ontvangt.
Het is mogelijk om bij een gewettigde reden een verlenging van de termijn (uitstel) aan te vragen. Dit wordt best ruim voor het verstrijken van de indieningstermijn gevraagd. Vaak zal de administratie een verlenging van 2 maanden toestaan. Een geldige reden voor uitstel is bijvoorbeeld ziekte.
Wat indien de inkomstenbelasting te laat werd ingediend?
Vooreerst heeft de fiscus de mogelijkheid om de belastingplichtige een administratieve geldboete op te leggen. Deze kan oplopen tot 1.250,00 euro.
Ook een belastingverhoging van 10-200% behoort tot de mogelijkheden.
Een laattijdige aangifte kan in theorie ook strafrechtelijk gesanctioneerd worden met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 2 jaar en/of een geldboete van 250,00 tot 500.000,00 euro.
Daarnaast kan de administratie ook gebruik maken van een langere aanslagtermijn. Zij mag in dit geval de belasting vestigen 3 jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waarvoor de belasting is verschuldigd.
Last but not least bestaat de mogelijkheid voor de administratie om een aanslag van ambtswege te vestigen. Dit betekent dat de fiscus, aan de hand van de gegevens waarover zij beschikt, zelf bepaalt wat het belastbaar inkomen is, en wat de daarop verschuldigde belasting is.
Vanaf wanneer is het indienen van de inkomstbelasting laattijdig?
Zoals hierboven uiteengezet valt de uiterste indieningsdatum voor een aangifte op papier niet samen met die voor een aangifte via tax-on-web.
Dit leidt tot de eigenaardige vaststelling dat een aangifte die bijvoorbeeld op 5 juli wordt ingediend, als laattijdig wordt beschouwd. In de hypothese dat deze aangifte via tax-on-web ingediend werd, was men nog ruimschoots op tijd.
De vraag is waarop de administratie zich hiervoor baseert.
Het hof van beroep te Gent gaat (terecht) tegen de stroom in
Deze problematiek werd aan het Hof van beroep te Gent voorgelegd. Het Hof sprak zich met het arrest van 26 februari 2013 uit over de vraag wanneer een aangifte te laat is.
Het Hof kwam tot het besluit dat geen enkele wettelijke grondslag bestaat voor dit onderscheid tussen de verschillende termijnen. Een aangifte in een dergelijk geval toch als te laat aanmerken valt volgens het Hof van beroep niet te rijmen niet te rijmen met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en het gelijkheidsbeginsel.
Het hof besluit dat de aangiftetermijn voor alle vormen van aangifte gelijk moet worden geschakeld, en hanteert de voor de aangever voordeligste datum.
De fiscus heeft dit standpunt betwist bij het Hof van Cassatie. Het Hof van Cassatie heeft zich echter niet uitgesproken over de vraag wanneer een aangifte te laat is. Het Hof wees met het arrest van 16 januari 2014 de voorziening van de administratie af wegens vormfouten.
Besluit
De praktijk van de fiscus waarbij verschillende aangiftetermijnen gehanteerd worden, lijkt dan ook niet meer zo vanzelfsprekend.
Terecht wijst het hof erop dat geen wettelijke grondslag voor handen voor dit onderscheid. De fiscus heeft dan ook geen enkele wettelijke basis om een belastingplichtige te sanctioneren die aangifte op bv. 15 juli indient. Een gevolg hiervan is dat mensen die geen toegang hebben tot internet benadeeld worden ten opzichte van mensen die wel in de mogelijkheid verkeren om hun aangifte online te doen.
Er kan dan ook worden besloten dat het vaststellen van een indieningsdatum voor een papieren aangifte op 30 juni op niets gebaseerd is. Hierdoor heeft iemand die een papieren aangifte wenst te doen, allicht de tijd heeft totdat de aangiftedatum die het laatst valt (bv. 27 oktober 2016).
Tags: aangifte te laat, sanctie