De Kamer heeft op 4 april 2019 een wetsvoorstel aangenomen waarbij onder meer een aantal wijzigingen voorzien worden in de strafrechtelijke vervolging in fiscale zaken.
Una via
In eerste instantie past de wet het artikel 29 van het wetboek strafvordering aan. Fiscale ambtenaren moeten, vooraleer ze de Procureur des Konings verwittigen over het fiscaal misdrijf, eerst machtiging verkrijgen van hun adviseur-generaal.
In geval van ernstige fiscale fraude vindt una via-overleg plaats. Dit overleg werd al in 2012 voorzien, maar zal naar aanleiding van de wetswijziging enkel toepassing vinden in geval van ernstige fiscale fraude. Aan de hand van dit overleg wordt bepaald of de fiscus dan wel het parket de zaak verder afhandelt.
De ratio van de vereiste van ‘ernstige fiscale fraude’ is dat vrij eenvoudige dossiers doeltreffender behandeld kunnen worden via de administratieve weg. Voor de zwaardere gevallen zijn de onderzoeksmiddelen van de rechterlijke macht nodig en/of nuttig.
Ernstige fiscale fraude
Wat men moet begrijpen onder ernstige fiscale fraude wordt overgelaten aan de koning. Het zal feiten betreffen met een ernstig en georganiseerd karakter, waarvoor er ernstige aanwijzingen zijn dat zij samenhangen met gemeenrechtelijke misdrijven met een ernstige financiële, economische, fiscale of sociale component of ernstige elementen van corruptie. Ook kan het gaan om feiten waarvoor er ernstige aanwijzingen zijn dat ze dienen om de activiteiten van een terroristische groep of een criminele organisatie te financieren.
De fiscus, het parket en de politie organiseren twee keer per jaar een strategisch overleg met als doel de mechanismen van de zware of georganiseerde fiscale fraude te bepalen die een bijzondere aandacht vergen.
Wijzigingen aan wetboek strafvordering
Er verschijnt een nieuw artikel 29bis van het wetboek strafvordering. Het artikel verplicht de Procureur des Konings de dienst Coördinatie Anti-Fraude in te lichten in het geval er aanwijzingen van mogelijke fraude aanwezig zijn. Dit heeft tot gevolg dat de CAF inzage krijgt in het strafdossier, tenzij dit de lopende strafrechtelijke onderzoeken in gevaar zou brengen.
Nieuw is artikel 4bis voorafgaande titel van het wetboek strafvordering. De fiscus krijgt de hoedanigheid van tussenkomende derde. Minstens twee maanden voor de eerste zitting van de zaak wordt de fiscus op de hoogte gebracht met als doel haar volwaardig te laten deelnemen aan de procedure. De strafrechter zal zich moeten uitspreken over de fiscale schuld, ook in het geval van vrijspraak. Dat laatste houdt in dat de feiten door de rechter bewezen worden geacht, met uitzondering van het bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden.
Non bis in idem
Het is mogelijk dat administratieve fiscale sancties en strafrechtelijke sancties gecumuleerd worden. Dit is geen schending van het non bis in idem-beginsel. Voorwaarde is dat de strafrechter rekening houdt met de reeds opgelegde boetes. Dit wordt uitdrukkelijk ingeschreven in artikel 450bis WIB. Soortgelijke bepalingen zal men kunnen terugvinden in de andere fiscale wetboeken.
Inwerkingtreding
Deze wijzigingen zullen uiterlijk 1 januari 2020 in werking treden.
Auteurs: Alexander Delafonteyne & Elodie Blancke
Tags: fiscaal misdrijf, fiscale fraude, sanctie